Let’s go to the Magic Marble Monkey Mountains! But first: You buy motorbike now?

15 januari 2016 - Mandalay, Myanmar

Lieve vrienden, kennissen en familie,

Ondertussen is het alweer bijna maart en hebben we dus anderhalve maand verzuimd om een reisblog te schrijven! Oeps… Het was dan ook wel heel erg gemakkelijk om weg te zakken in het drukke reisleven van Vietnam, de chille strandbezoeken, de koude scooterritjes en het prachtige landschap met intrigerende geschiedenis! Maar laten we beginnen bij de volgende stop vanaf Phnom Penh: Sihanoukville.

Toen we in het zuiden van Cambodja na maanden weer de zee konden aanschouwen was dit een welkome verandering. We besloten niet naar de dure backpackerbuurt te gaan en zochten ons stekje bij een prachtig en rustig strand: Otres II. Afgezien dat we ervoor kozen om in een hok te slapen (ik denk werkelijk dat dit het ergste ‘hotel’ is waar we tot nu toe voor hebben gekozen, en dat zegt nogal wat) waren er geen bedbugs, geen ratten, koste het maar 8 dollar en zat je binnen vier stappen op het strand. Hier hebben we heerlijk niets gedaan, in de hele warme zee gezwommen, lekker gegeten en nog toevallig de hoogleraar Mensenrechten en Internationaal recht aan de UvA ontmoet die het strandbed naast die van ons bezette (je komt nog eens wat mensen tegen).

Na deze ‘splurge’ besloten we dat we nog niet genoeg hadden van het strand en namen we de boot naar het eiland Koh Rong, waar we na enige moeilijkheden op het ‘Nature Beach Resort’ aankwamen en een tentje op het strand uitzochten, waar we de komende dagen ‘s nachts konden luisteren naar het ruisen van de zee. Koh Rong was echt geweldig en ik was heel blij dat we niet naar het drukke strand met alle backpackers waren gegaan! We hadden op dat punt het ook wel een beetje gehad met alle feesten, haha. Na onze mini-vakantie op een eiland terug gegaan naar het vasteland en een bus gepakt naar Kampot, omdat ik daar graag heen wilde – dit is immers de plek waar de kampot-peper vandaan kwam, en blijkbaar moest je die eten met krab! Aangekomen in Kampot begon het echter een beetje te spetteren, en deze spetter werd al gauw een soort monsoon regen. Ondertussen waren we er ook achter gekomen dat we niet in Kampot maar in Kep moesten zijn voor de kampot-krab en keken we vanaf onze overdekt hoekje lijdzaam toe hoe het water steeds hoger en hoger kwam. De ratten vluchtten in ieder geval naar hoger gelegen grond, onder andere door via mijn been naar boven te klimmen (zo vies!!) en langzaam ging de hele straat onder water en konden auto’s en motoren nauwelijks meer rijden. Ondanks dat de stoepen erg hoog waren kwam ook ons plekje in het geding, waardoor we uiteindelijk op tafels en stoelen moesten staan met onze tassen op om niet nat te worden! Redelijk wanhopig raakten we in gesprek met een ander stel, die blijkbaar een bus naar Kep had geboekt die er ieder moment aan zou moeten komen, en toen die eenmaal kwam konden we gelukkig ook nog een kaartje krijgen! Dit betekende wel dat we naar de bus, die helaas niet voor kwam rijden, moesten waden door water dat tot je knieen kwam en doordrengt was met dode muizen, kikkers, en zo bruin was dat je niet kon zien waar je op stapte. Echt superfijn, haha. Terwijl locals voetbalden met een dode muis reden wij Kampot uit, en je zult het niet geloven maar nog geen vijf minuten buiten Kampot was het gortdroog! Het was dus wel een hele lokale bui geweest…

In Kep hebben we ons door een tuktuk laten afzetten bij de ‘Crab-market’, waar we onze langverwachte en hele verse Kampotcrab hebben gegeten vergezeld door een heerlijke Australische Chardonnay (hmm.. zo lekker!) waarna we bij een heel leuk guesthouse hebben geslapen en de volgende dag met een busje naar onze volgende bestemming zijn gereden: Phu Quoc, het eiland dat misschien wel voor de kust van Cambodja ligt maar toebehoort aan Vietnam! Dit betekent dus ook dat je helemaal om moet om er te komen, want eerst moet je natuurlijk je van te voren gekochte visum laten goedkeuren… Gelukkig ging alles bij de grensovergang goed, hoewel de man van de buscompany nogal boos was dat we ons paspoort niet aan hem hadden willen geven, en hoewel we daardoor nogal hard moesten rijden om de volgende boot te halen, zaten we vervolgens relaxed op de draagvleugelboot richting Phu Quoc. Aangekomen in deze zuidelijke punt van Vietnam probeerden we te pinnen, wat nogal een probleem bleek, maar uiteindelijk en na ver te lopen kwam alles goed en konden we een taxi nemen naar ons volgende stekje: Thuy Resort! Aangekomen bleek dat de eigenaar jarig was en kregen we een gratis portie geroosterd speenvarken, dat blijkbaar de hele dag aan het spit had gedraaid. Niet verkeerd!
Op Phu Quoc hebben we heerlijk gerelaxed, in het zwembad gelegen en pool gespeeld met hele leuke mensen, gezwommen met rum-en-coke en Martin ontmoet, een hele chille jongen uit Canada met wie we later in Vietnam nog veel zouden optrekken. Samen met Martin hebben we ook gesnorkeld bij Turtle- en Fingernail Island, en dat was heel erg mooi! Uiteindelijk vier nachten hier gebleven en de vijfde dag een taxi genomen naar het vliegveld waar we naar Saigon zijn gevlogen. Dit was wel fijn, want anders moesten we tien uur door de Mekong delta die volgens sommige mensen op Zeeland lijkt (eh.. het zal wel niet helemaal, maar het vliegtuig was niet duur).

Saigon was weer een erg drukke stad na onze eilanden-rust, en we moesten dan ook weer even wennen met de straat oversteken ed. Het hotel dat we hadden geboekt was een beetje lastig te vinden, maar uiteindelijk moesten we een klein straatje in en zag het er allemaal prima uit van binnen. De eerste dag probeerden we naar het Ho Chi Minh mausoleum te gaan, wat zich blijkbaar in Hanoi bevond (oeps) en zijn we in plaats daarvan naar het Reunification Palace en het War Remnants Museum gegaan. Het Reunification Palace heeft een belangrijke rol gespeeld in de Vietnam oorlog, aangezien het het paleis was van de president van Zuid-Vietnam en met de inname (of ‘liberation’, zoals de bordjes in het Paleis natuurlijk verhalen) ervan viel Zuid-Vietnam, werd het bij Noord-Vietnam geschaard en werd het communistisch. Vooral de geheime vluchtwegen naar de bunker in het paleis waren intrigerend om te bezoeken, tezamen met de bioscoop, de game room, een helipad en een ruimte op het dak die door de architect was bedoeld voor de president om grote beslissingen te overdenken in alle rust en vrede, maar door de president was omgebouwd tot een party-room. Ook het War Remnants Museum was interessant (vroeger genaamd: ‘Museum of Chinese and American War Crimes’), hoewel er natuurlijk erg veel propeganda werd gebruikt en de geschiedenis verre van objectief werd beschreven (inclusief een bepaalde ruimte in het museum, die werd aangemerkt als ‘Historical Truths’). Vooral de Westerse foto’s die werden geschoten door fotograven waren interessant en heel erg mooi, mede omdat door de komst van deze foto en zelfs kleurenfoto’s op een bepaald moment het idee in het westen werd geschapen dat de oorlog misschien geen goed idee was en de protesten tegen de VS om zich terug te trekken uit Vietnam. Daarnaast waren er ongeboren babies in een glazen container die waren aangetast door Agent Orange, iets wat naast de UXO’s nog steeds een groot probleem is in Vietnam, en waren er buiten nagebouwde ‘Tiger Cages’ en een guillotine die eerst door de Fransen, en later door de Zuid-Vietnamezen (en met behulp van de Amerikanen) werden gebruikt. Omdat we echte toeristen waren hebben we na dit museum ook nog een nagebouwde Notre Dame Cathedral en de Central Post Office gezien, de laatste gebouwd door Gustav Eiffel en beide stammende uit de Franse coloniale periode.

Omdat we ook wel weer klaar waren met de stad zijn we vervolgens vertrokken richting Dalat, wat een hele goede keuze was! Dalat ligt in de bergen en wordt voor de Vietnamezen gezien als ‘Honeymoon Capital’. De eerste dag hebben we ons verbaasd over de toeristische dingen die er te doen waren en een bezoek gebracht aan het ‘Hang Nga Crazy House’, een ontwerp van een van de dochters van de president van Vietnam die architectuur in Londen heeft gestudeerd en blijkbaar wat geld over had, waarbij ze allerlei Efteling-achtige gebouwen heeft gemaakt met rare gangen en zelfs ergens een trap die over het dak ging! Het geheel werd ook geexploiteerd als hotel en was leuk om te bezoeken om weer wat anders te doen te hebben, hahaha. Daarna de toeristische tour voortgezet en een kabelbaan genomen naar een mooie pagoda op een berg, die een erg rustgevende tuin had en mooi uitzicht. De volgende dag met Martin afgesproken, die ook in Dalat was aangekomen, en motorbikes gehuurd en de countryside onderzocht! Er waren erg mooie watervallen waar we heen konden rijden door het prachtige heuvelachtige landschap, hoewel de laatste waterval door een dam helaas niet meer zo mooi was als hij vroeger geweest scheen te zijn. Hierna heel erg lekker BBQ-Your-Own, gegeten, iets wat naast Hotpot erg groot is in Vietnam, en zelfs struisvogel gebarbequed! En daarna... het coolste cafe ooit bezocht, echt waar. Het heette ‘100 Floors’ en het was nog veel vetter dan het Crazy House, hoewel het hier wel een beetje op leek! Dit cafe is haast niet te beschrijven maar er waren soort van zes verdiepingen met twee kelders, die door kunstenaars in een soort Hobbit/Harry Potter/Afrikaanse Voodoo Style waren gemixed in een heel vreemd gebouw met allerlei kruip door en sluip door gangen en trappen en plekken waar je verdwaalde en hoekjes waar je kon zitten. Het was echt zo erg vet! Iedere keer kwam je weer wat nieuws tegen, ook als je er meerdere avonden achter elkaar kwam. Beste plek ooit!!
De dag erna ging Martin canyonen (iets wat we eigenlijk ook hadden moeten doen, door het water van een waterval klimmen enzo..) en zijn wij uit een kosten overweging met de scooter naar de Valley Of Love geweest, wat echt de meest toeristische attractie ooit was maar zo vreemd dat het grappig was. Ook nog een waterval bezocht en daar bruin brood met kaas gegeten, wat we bij een geweldige supermarkt hadden gevonden. Hmm, zo lekker! Remco was zo blij...

Na Dalat was het tijd voor Danang, waar we erg vroeg ’s ochtends aankwamen en besloten te wachten op Martin op het koude, tochtige busstation – deels omdat het toch te vroeg was om in een hotel in te checken en hij de bus een uur na ons had, maar helaas een lekke band had waardoor het toch wat langer duurde. Het wachten was heel grappig, omdat er constant mensen naar ons toekwamen die niet snapten dat we aan het wachten waren en ons ergens heen wilden brengen. Alle mogelijke transport opties kwamen dan ook voorbij – You want to go to Phonsaphan? Savanakhet? Hoi An? Dalat? Saigon? Toen Martin was gearriveerd met z’n drieeen een taxi naar het centrum genomen en daar gelijk maar het Museum of Cham Sculpture bezocht, want we waren toch in de buurt. Dit was wel leuk hoewel het natuurlijk niets was vergeleken met Angkor, en we kregen zelfs studentenkorting (altijd leuk). Hierna ingecheckt bij een hotel in de buurt en scooters gehuurd, zodat we de Monkey Mountain konden bezoeken! Omdat Remco ging wildplassen hier wat apen gespot, iets wat blijkbaar erg zeldzaam is sinds de Noord-Vietnamezen de meeste apen hebben opgegeten. Het uitzicht van de Monkey Mountain was heel erg mooi en we zijn na het bezoek aan een tempel de hoge berg opgereden, iets wat Martins scooter niet altijd aankon. Na weer de berg af te zijn gesjeest – het was toch wel heel erg koud, maar het utizicht was het waard! – geluncht bij Tam’s Place. Tam was echt heel erg cool. Ze maakte heerlijk eten en had de meest fantastische verhalen te vertellen! Als jong meisje was ze gevoed door de Amerikanen, waardoor ze goed engels leerde en later als tolk aan de slag kon. Ze had op een bepaald moment zelfs een relatie gekregen met een van de soldaten. Ook vertelde ze over de periode na de oorlog, toen de Amerikanen weg waren, er honger uitbrak, veel van haar familieleden werden opgesloten, ze alles van waarde moesten afgeven en de hond die ze van haar Amerikaanse lover had gekregen werd doodgeschoten. Een Amerikaanse schrijfster is bezig haar verhalen in een boek te publiceren, dat ik zeker zal willen lezen! De volgende ochtend hebben we hier ook ontbeten, hoewel we enige moeite hadden de scooters voor die dag mee te nemen (de vrouw van wie we ze hadden gehuurd bleef maar herhalen dat we ze ‘moesten kopen’ in plaats van huren..). Daarna richting de Marble Mountains gereden, die groter waren dan we dachten, en daar een aantal tempels en grotten bezocht – en natuurlijk heel veel marmeren beelden bekeken, hoewel het marmer tegenwoordig uit China wordt geimporteerd. Daarna naar de Hai Van Pas gereden, die heel erg mooi was en waar een filmpje van is dat we zullen uploaden, maar we moesten daar een beetje haasten omdat we de bus naar Hoi An wilden halen – misschien ging het daarom mis, maar op de terugweg gleed Martin uit in een bocht met zijn scooter en zaten we vervolgens in het ziekenhuis te wachten op hechtingen in plaats van in de bus. Uiteindelijk kwam alles goed en hebben we maar een taxi genomen naar Hoi An, waar we laat aankwamen en een plekje vonden waar we voor een goedkope prijs konden slapen.

Hoi An was heel erg leuk en mooi, hoewel we er achteraf iets te lang zijn gebleven. De eerste dag hebben we alle gratis dingen bezocht die we konden bezoeken, want Hoi An is een oude handelaarsstad met Chinezen en Japanners, die een prachtige indruk op de stad hebben achter gelaten. Ook was het eten heerlijk en waren we constant op zoek naar Bia Hoi (’s werelds goedkoopste – en verse – bier!), wat we in Hoi An vonden. Vanaf de volgende dag waren we bezig met de pakken. Remco en Martin (en ik achteraf ook) wilden graag een op maat gemaakt pak laten maken, maar voordat we een goede winkel hadden gevonden waren we natuurlijk alweer een halve dag verder! Zoveel verschillende winkels, met zoveel verschillende kwaliteit en prijzen. Uiteindelijk kwamen we uit bij ‘A Dong Silk’, waarna er natuurlijk nog veel meer beslissingen moesten worden gemaakt – stofsoorten, knopen en paklengtes, en aangezien de mannen er weinig van af wisten moest ik constant heen en weer tussen de twee. Een pak is natuurlijk niet in een dag gemaakt, en dus moesten we een aantal keer terug over de komende dagen. Toen het eindelijk af was kon ik het echter niet hebben en besloot ik ook maar een pak te laten maken, wat even duur was als Remco’s pak – 250 dollar – maar het zeker wel waard! Ook heb ik een hele mooie tas laten maken, hebben we heerlijk gegeten en gedronken in Hoi An en was het allemaal wel chill. Met onze nieuwe pakken, tassen en schaaltjes vertrokken we naar Hue, waar Remco de schaaltjes per ongeluk liet vallen voordat we de trein in stapten (en toen waren ze kapot..) maar wij gelukkig heel aankwamen in Hue.

De eerste dag naar het Imperial Palace geweest, dat helaas grotendeels kapot was geschoten in de Vietnam oorlog. Het was er erg koud, regenachtig en modderig, maar op zich een goede dagbesteding. Om bij te komen zijn we die avond naar een griezelfilm geweest, die op zich niet eng was maar de volgende dag wel in ons geheugen gegrift zat...
De dag erna gingen we vroeg weg (maar niet vroeg genoeg) voor een heel erg uitgebreid avontuur: bijna 400 km op de scooter richting de Vinh Moc tunnels en Khe Sanh, want die zaten toch dicht bij elkaar. Achteraf is het gekkenwerk (Hue naar Vinh Moc is 104 km, Vinh Moc via Dong Ha, waar de brug tussen noord en zuid Vietnam uit de oorlog lag is 102 km en van Khe Sanh terug naar Hue hebben we er nog eens een verschrikkelijke 172 km over gedaan). Niet echt het meest relaxete dagtripje dus, maar het begon heel erg leuk met prachtige rijstvelden, dorpjes waar we geen buitenlander tegenkwamen, duinen met allerlei Chinese graven en zulke brede wegen dat twee tanks naast elkaar zouden kunnen rijden. De Vinh Moc tunnels waren erg interessant, die vooral door de Viet Cong gebruikt om in totaal wel zestig families in huis te vesten – hoewel er zeker ook Amerikaanse schepen en vliegtuigen werden aangevallen. De tunnels waren redelijk laag waardoor je er bukkend door heen moest en het grootste gedeelte was onverlicht. Gelukkig was er om de zoveel tijd een nieuwe uitgang, zodat je even kon strekken en wat licht en lucht kon inademen. Ook waren er stukken tunnel die wel verlicht waren, maar deze waren bijna nog enger omdat er om de zoveel tijd ineens poppen om een onverwachte hoek zaten die lieten zien hoe de Vietnamezen daar in die tijd woonden. Daarnaast was er een mooi strand en een klein museum, wat we bezochten voordat we weer op de scooter stapten op weg naar de former ‘Demilitarised Zone’, tezamen met de brug over de Ben Hai River die de scheidingslijn tussen noord en zuid vormde. De brug gefotografeerd en vervolgens doorgereden naar Khe Sanh, waar we al heel erg lang heel graag heen wilden (mede door dit liedje). Aangezien het dus heel erg ver rijden was kwamen we hier pas om vijf uur aan, maar gelukkig was de man die ons kaartjes verkocht heel erg vriendelijk en konden we zo lang blijven als we wilden. We hadden het ondertussen heel erg koud en waren tot op het bot verkleumd, en helaas was het kleine museum niet zo warm als we hadden gedacht. Het was echter wel heel erg bijzonder om op de oude legerbasis te zijn, zeker omdat het een van de dingen was die we van te voren zo graag hadden willen doen. We liepen over het oude vliegveld, door wat loopgraven en bekeken het grote vliegtuig, maar vervolgens moesten we eigenlijk alweer gaan omdat het donker begon te worden. Toch ben ik heel erg blij dat we er zijn geweest! Het is een hele bijzondere plek. De man van de basis zei ons dat we beter niet konden terug rijden maar we waren koppig, hadden al voor onze kamer betaald en heel erg veel zin in het ontbijt van de volgende dag aangezien dit een van de beste ontbijten was die we in Azie hadden gehad. En dus gingen we rijden. Het begon al met mist de berg af van Khe Sanh, en vervolgens moesten we een keuze maken (waarbij we ook nog eens een stel drugsdealers tegenkwamen). We moesten hetzij via de snelweg, maar omdat het mistte en er allerlei druppels op Remco’s bril waren was dit niet fijn met de vele tegenliggers in het pikdonker, of via de bergen. Natuurlijk was het dom om via de bergen te gaan in het pikdonker, in de mist en met veel minder mensen die je konden helpen als er iets fout ging met je scooter, maar omdat het eerste argument van Remco’s bril ook wel erg zwaar woog kozen we voor deze laatste route. En dus gingen we rijden, door eindeloze bochten die steeds op elkaar leken en terwijl het steeds kouder en kouder werd. Dit was de Ho Chi Minh trail, de route die we eigenlijk hadden willen nemen voor het uitzicht maar die nu de kilometers een voor een aftelde (en er waren er dus 172 in totaal). Rond half acht vonden we een plekje waar we konden eten, wat nog best zoeken was omdat alles al dicht was, en nog nooit zijn we zo blij geweest met warme instantnoodles met twee gekookte eieren – hoewel de bijbehorende koffie helaas ijskoffie was en niet warm, niet helemaal waar we zin in hadden maar wel met lekker veel suiker om ons op de been te houden. Met tegenzin maar wel warmer klommen we weer op de scooter en reden we verder. De eindeloze bochten, het eindeloze gesnor van de scooter, de eindeloze kou die aan je vingers beet. Wie zei ook alweer dat Vietnam warm was? We reden en reden en reden en reden, tot het begon te misten en onze voorlampen reflecteerden in de mist, tot de rotsen plaatsmaakten voor bomen en we eindelijk het de plek bereikten ‘waar we naar links moesten’. Vanaf deze plek waar we naar links moesten was het alleen ook nog 60 km, en nadat we ons hadden gewarmd aan wat brandend afval (ondanks de giftige dampen was het in ieder geval warm) moesten we weer door. Terwijl we reden had ik geprobeerd de verschrikkelijke dingen die ons konden overkomen te negeren – de scooter had eerder die dag wat gesputterd en als we zouden komen vast te zitten waren er weinig mensen die ons zouden kunnen helpen. En we konden natuurlijk niet van het pad af, want om dit gedeelte van Vietnam was zwaar gevochten in de Vietnam oorlog en het gebied lag nog vol met UXO’s. Daarnaast begon de vraag of werkelijk alle Vietnamezen wel wisten dat de oorlog over was en we niet neergeschoten zouden worden wel heel erg brandend te worden. Of wat we moesten doen als we een tijger zouden tegenkomen. Maar toen we net van het punt waar we naar links moesten hadden gepasseerd werd de weg wel heel erg slecht en was de mist dikker tot dan toe– dikker dan we hem ooit hadden gezien. We moesten stapvoets rijden, konden net een meter zien en net toen de mist nog dikker leek te worden hoorde ik het: een stem in mijn oor die ‘help me’ leek te zeggen. Het moment daarna klaarde de mist echter op en konden we doorrijden. Het kwam waarschijnlijk gedeeltelijk door de horrorfilm van de vorige dag, maar mijn rechteroor tintelde werkelijk na en Remco was achteraf heel erg blij dat ik niets had gezegd omdat hij anders ‘rechtsomkeerd had gemaakt’.
Uiteindelijk, tot op het bot verkleumd, kwamen we rond half twaalf aan in Hue. Het was heel erg dom geweest, deze tocht. Niet het slimste wat we ooit hebben gedaan. En dat moeten we dan ook maar niet meer doen. Maar we hebben wel hele mooie dingen gezien, en dat was het zeker waard!

Groetjes, Daila.

Na ons avontuur kreeg ik van mijn moeder de volgende link door met de boodschap dat ze het zelf nog niet had bekeken en dit pas zou doen als we Vietnam uit waren. Helaas hebben we het zelf ook nog niet kunnen kijken in verband met het internet en ik vermoed dat we het zelfs niet eens mogen kijken omdat we ons buiten Nederland bevinden.

Na dit spetterende avontuur van de afgelopen dagen besloten we om lekker uit te rusten in Dong Hoi om de volgende dag naar de Phong Nha grotten te gaan. We hadden een taxi geboekt naar het trein station en van tevoren even gebeld of er nog tickets waren voor de trein. Eenmaal aangekomen bij het station werd ons verkondigt dat er geen tickets meer waren; probleem!

Na heel gehannes en gepraat bleek dat we een bus konden nemen maar deze bus vertrok weer heel ergens anders. Voor wat extra konden ze ook nog eens een ticket ‘garanderen’. Wij na wat overleg achterop de scooter en door de regen door naar ons volgende transportmiddel. Na een half uur zaten we in een afgetrapte minibus die ons naar Dong Hoi zou brengen. Aldus zo dachten we, in alle commotie had ik Dong Hoi en Dong Ha door elkaar gehaald en nadat we al enige tijd in ons hotel zaten merkte Daila op dat we in de verkeerde stad zaten… Enfin wij konden alles annuleren wat we al hadden geboekt en konden op zoek naar het treinstation, welke op loopafstand lag, voor een ticket naar Dong Hoi. Wat we nog niet 100% hadden gerealiseerd is dat het Tet (Vietnamees nieuwjaar) in aantocht was en dat het een kriem was en werd om tickets te realiseren. De vrouw aan het loket deed er erg moeilijk over en wilde ons geen ticket verkopen naar Dong Hoi. Gelukkig bleek onze vriend Google Translate erg handig en na onze vraag in het Vietnamees te vertalen kregen we een ticket naar Dong Hoi aangeboden.  De busreis naar Dong Ha was verder niet interessant op het enkele feit na dat de chauffeur goodvisjes in een plastic zakje naast zich had. Die avond  overigens heerlijke Thaise Hotpot gegeten iets wat in kan omschrijven als vlees,vis, tofu en groentes die in een pot stomende bouillon moeten worden gestopt waarna men na een aantal minuten een heerlijk maal heeft. De nacht hadden we in een drie sterren hotel doorgebracht welke een dikke korting had omdat het hotel nog niet af was en de helft van het personeel naar huis was (geen ontbijt dus etc.), voor een kleine 15$ hadden we een hele ruime kamer en dit is tot nu toe ons meest luxeuze kamer geweest.

De trein van Dong Ha naar Dong Hoi verliep voorspoedig maar tergend traag. Vanwege het feit dat we niet hadden ontbeten hebben we in de trein maar een kip met rijst genuttigd en na 6-7 uur kwamen we uiteindelijk aan in Dong Hoi. Gelukkig hadden we al ons huiswerk gedaan en wisten we ongeveer waar we een scooter konden huren maar helaas waren we wel een beetje aan de late kant gearriveerd. Na lunch en de bus naar Hanoi te hebben geregeld vertrokken we op onze scooter ( de slechtste tot zover) naar de Phong Nha cave. De route was erg prachtig maar veel heb ik er niet van gezien omdat ik op de weg moest letten. We zullen straks de foto’s uploaden en dan kan ik ook zien wat ik heb gemist.

De weg ernaar toe deed in ieder geval op flinke stukken van de weg niet onder voor de route die we slechts twee dagen eerder hadden genomen op weg naar huis. De waarschuwingen niet in de wind slaand maar wel naast ons neerleggende dat het op z’n minst 3 uur heen en 3 uur terug rijden was bleken niet geheel waar te zijn. Maar toch doet het iets met je als je hoort dat vrienden van de uitbaters zijn omgekomen omdat ze als een dolleman door de bergen naar de grot toe reden. Wij kwamen in ieder geval veilig aan en na een entrée prijs te hebben betaald van 250.000 dong per persoon (12$) konde we beginnen aan onze toch naar een van de mooiste grotten van Vietnam. Het was nog wel een klimmetje van 1.6km en 500 trappen maar we hadden er flink de pas in gezet omdat we niet weer in het donker terug wilden rijden. De grot zelf was niet de mooiste die we hadden gezien (Tham Kong Lo was mooier) maar was desalnietemin heel erg prachtig. Stalagmieten-en-tieten die overal groeiden en hoewel we eerst dachten dat het een kleine grot was bleek deze toch nog een dikke kilometer lang te zijn. Ik denk dat de foto’s voor zich spreken maar alsnog niet een eerlijk beeld geven van de pracht en praal die we toen hebben gezien. Helaas zijn we niet naar de Hang Son Doong grot gegaan. Deze grot is groot genoeg om een heel stadsblok van New York te omvatten inclusief wolkenkrabbers en infrastructuur. De prijs van 3000$ per persoon voor vijf dagen jungle en de grot was ons iets te gortig en daar we geen sponsor konden vinden hebben we het maar bij de Paradise Cave gehouden.

Ondertussen was het, je raadt het al, buiten mistig geworden en na vijfen, tel daar een half uur bij op vanwege het teruglopen naar de scooter en het resultaat is dat we vlak voor de schemer wegreden. We hadden nog een half uur licht en gelukkig was het een prima weg die we terugnamen. In plaats van de haarspeldbochten en afgronden die we op de heenweg hadden gekozen kozen we nu voor de langere weg waar we iets meer vaart op konden maken. Echter bleek na een half uur rijden dat ons licht het niet deed, na wat gemep op de motor kap en wat knopjes indrukken bleef de lamp het doen tot we een drempel raakten. We moesten opnieuw meppen. Gelukkig was de resterende twee uur terug niet vol van het meppen op de scooter want om de een of andere manier kreeg ik de scooter aan de praat en na weer een rit in het donker kwamen we veilig aan in Dong Hoi. Hier hebben we nog even onze tassen herpakt en wat Pho gegeten en even na 21:00 was daar de nachtbus die ons naar Hanoi zou brengen.

‘s Ochtends om een uur of zes kwamen we aan in Hanoi en nadat ik twee uur van tevoren hotels had bekeken vertrokken we die richting op om nog even ergens te stoppen voor Vietnamese koffie die we hier, in Myanmar, toch wel missen. De koffie was lekker maar niet bijzonder en niet veel later stonden we op de stoep bij het hotel welke ik had uitgekozen maar de vrouw achter de balie was niet zo leuk en dus besloten we nog wat andere hotels te bekijken, echter was alles in de 20$+ regionen en dus nogal prijzig maar dat was blijkbaar de prijs hier in Hanoi! Gelukkig werd Daila aangesproken door een random supermarkt manager die ook wel kamers had voor 10-18$ en terwijl ik verward buiten op zoek was naar Daila want we waren gesplitst kwamers aan het bekijken, kwam ze niet veel later naar buiten met het nieuws dat ze wel een kamer had gevonden, maar wel op een aparte plek. Als je er bij na denkt is het eigenlijk heel praktisch om een supermarkt onder je hotel te hebben (24/7 supermarkt). Als je yoghurt wilt dan haal je binnen drie seconden yoghurt, idem voor elk ander product. De rest van de dag hebben we besteed aan de Ngoc Tempel en een prijsopgaaf voor Ha Long Bay. Ondertussen hadden we Martin ook al gepord voor Ha Long Bay en die had hier ook wel oren naar.

Nadat we meerdere operators hadden gepord en wat te onderhandelen op de prijs kozen we voor een 2 daagse cruise met een overnachting op Cat Cong, een prive eiland.Maar eerst Tet! Hier hadden wij niet zozeer naar toegeleefd maar de Vietnamezen wel, het verkeer was in de voorgaande dagen al redelijk ontregeld en erg druk, shops sloten voor 1-2 weken en we hadden ons voorbereid op een feestelijke avond. We hadden oud en nieuw capriolen verwacht maar eigenlijk viel het allemaal wel mee. Met wat vuurwerk om 24:00 uur werd het nieuwe jaar ingeluid (zonder aftelling) en na een kwartier was het allemaal weer afgelopen en liepen we terug naar ons hotel omdat we fris en fruitig om 07:00 bij Ocean Tours moesten staan.

De tour begon iets later omdat iemand zich had verslapen en juist diegene had de sleutel van het gebouw waar we onze spullen mochten plaatsen. Na een busrit van 15 minuten werd ons nog even een veranderd itinerary door onze strot gedouwd, iets waar we het niet mee eens waren, maar goed wat doe je er aan. Juist bellen. Na onze busrit van drie uur kwamen we aan in de haven van Halong Bay en aangezien onze gids er na een half uur nog steeds niet was besloot ik de company maar te bellen en te bellen en te bellen. Uiteindelijk vertrokken we met gids en al rond 11:30 richting Halong Bay. Halong is een freak of nature. Opeens doemt daar een berg op uit de zee, en nog een en nog een tot je overal karststenen bergen om je heen ziet. Het is werkelijk prachtig en zeker een aanrader! Na een paar uurtjes cruisen zijn we de kayak ingestapt om wat rond te peddelen en hoewel dit vermakelijk was, was het niet zo leuk als ik vantevoren had gedacht. Deels omdat het water te ondiep was om een lagune te bereiken, iets wat kwam omdat we te laat waren vertrokken :( Vervolgens onze kayak verruild voor een lounge stoel op de boot en na een uur zijn we nog even het ijskoude water in gedoken. Vietnam is echt niet overal warm hoor. Ondertussen werden we ons bewust van het feit hoeveel mazzel we hadden met het goede (lees mist-vrije) weer. Na een paar uur verder varen kwamen we aan bij onze eindbestemming en overnachting.

Hier werd ons medegeeld dat we samen met Jos, een andere Nederlander, en Martin een luxe bungalow waren toebedeeld. We konden ons geluk niet op en ik kon niet stoppen met bedenken of dit kwam door ons telefonische gemekker over de late gids en veranderde reisplan. Die avond hebben we een geweldige barbecue gehad met oesters en garnalen en veel ander seafood.  De rest van de avond hebben we gevuld met het spelen van ‘kings cup’ en het bestuderen van de sterrenhemel. We hebben zelfs nog even de grote beer gespot! De volgende ochtend moesten we vroeg op om nog een kleine boot en bustoch te maken naar de Halong Bay terminal vanwaar de bus hebben gepakt die ons terugbracht naar Hanoi. Hier hebben we afscheid genomen van Martin en Jos maar niet nadat we eerst nog even schorpioen en zalmvinnen hadden gegeten.  De volgende ochtend was het al weer zover om Vietnam achter te laten en te vertrekken naar Bangkok, resp. Yangon om Eric en Yvette te zien na drie maanden reizen.

Groetjes Remco

Foto’s

7 Reacties

  1. Maureen:
    22 februari 2016
    Lieve Remco en Daila, In een adem teug gelezen. En deze keer moest ik mijn adem lang inhouden. Wat hebben jullie weer veel mee gemaakt. Die tunnels in Vietnam moeten wel erg indrukwekkend zijn. De vele grotten, een overstroming de prachtige natuur. En laten we niet de scooter tochten vergeten. En ik kan me voorstellen dat je je in een stad vergist, gelukkig hebben jullie het allemaal weer kunnen oplossen.
    Blijft echter voorzichtig en verlies elkaar niet uit het oog.
    Liefs mams/Maureen.
  2. Philomeen Koomen:
    22 februari 2016
    Ik zit nog steeds opgewonden hier op mijn stoel, wat een verhaal zeg...ik ben vanmiddag begonnen bij pap op zijn kamer in oudtburgh , maar toen werd het etenstijd en moesten we voor een boterham naar de eetkamer..vol van de verhalen van het waden door het vele water, met muizen, ratten ed.brrrrrrr.
    De boterham smaakte Opa erg lekker ....
    Het laatste deel heb ik zojuist thuis uit gelezen en dat krijgt opa morgen te horen....ik sta verbaasd hoe jullie alles tot in de puntjes organiseren en als jullie op bestemming aankomen direct de highlight bezoeken.klasse hoor...daar moet je jong voor zijn!
    Ook jullie verhalen over Vietnam, alleen al die reis...zonder gemekker...nou....jullie kunnen het verdere leven wel aan zo samen..als je hier zonder kleerscheuren uitkomt, ben je voor elkaar geschapen!
    Ik vind het geweldig dat jullie zoveel tijd en moeite doen om ons mee te laten genieten....enorm bedankt....
    Yvette en Erik zijn alweer aan het werk, in regen en wind..het zal jullie goed doen nog zo fijn daar te zijn en te kunnen genieten , ook van de leuke vrienden om me heen! Ook heel wat waard!
    Lieverds, ik weet niet hoe ik me goed kan uitdrukken om jullie te bedanken, het is zo bijzonder allemaal....
    Dikke kus van oPa en Oma..ik prijs ondertussen jullie in de hemel!!!! Wat een fantastische mensen zijn jullie !!!
  3. Eric:
    22 februari 2016
    Jullie reizen zijn afwisselend Hemel en hel.
    Zeer avontuurlijk en romantisch.
    Geniet ervan!
    Kus, Eric.
  4. Yvette:
    22 februari 2016
    Geweldig weer dit gedetailleerde reisverslag, zalig om te lezen!!!
    Liefs, mam/Yvette
  5. Remco:
    24 februari 2016
    Haha bedankt voor alle mooie reacties tot zo ver dat is toch een grote motivator om het blog bij te blijven houden:) de fotos (restant) gaan we uploaden als het internet sneller is want de snelheid hier is aan de lage kant.
    Komende dagen gaan we van Mandalay naar Yangon en pakken we nog een stukje strand mee, vervolgens gaan we terug naar warm en broeierig bangkok om anuit daar naar Kuala Lumpur te gaan met als laatste land in azie(op transit Singapore na) indonesië!
    Hou het blog overigens in de gaten voor een gast verhaal van Eric en Yvette over Myanmar!
    Knuf remco en daila
  6. Michiel & Monk:
    28 februari 2016
    Lieve Daila en Remco,
    Wat hebben we weer ongelooflijk genoten van deze spannende verhalen. IJzingwekkende avonturen maken jullie daar mee. Ik heb het hele verhaal vandaag in de auto voorgelezen aan Michiel, die natuurlijk meteen allerlei vragen had, zoals "hoe koud was het dan?" Of jullie dat er volgende keer ook even bij willen vermelden ;-) (of je met een thermometer op zak loopt...). Heel erg bedankt weer voor deze prachtige avonturen! Zoals gezegd, we genieten er enorm van! Heel veel liefs, Michiel & Monk
  7. Remco:
    2 maart 2016
    Eerste deel foto's is online, rest volgt in Bangkok/Kuala lumpur want het internet is hier echt heel langzaam..
    Gister in het internetcafe was het 1/90 van de snelheid die we in Leideb hebben ^_^
    @giel en monk
    Het is nu 37• met een gevoelstemperatuur van 40•, de vochtigheid is 40%+ en er staat een klein briesje, het is bewolkt met af en toe een zondoorbraak.